Aardgas is miljoenen jaren geleden ontstaan, toen afgestorven micro-organismen als algen of plankton werden afgezet op de zeebodem en vervolgens werden bedekt met bodem- en gesteentelagen. Zonder zuurstof, onder grote druk en bij hoge temperaturen werden de organische bestanddelen langzaam omgezet in kleine gasvormige koolwaterstoffen – vooral in methaan (CH4), de kleinste koolwaterstof.
Aardgas is tegenwoordig een belangrijke pijler van onze energievoorziening: in 2011 leverde het ongeveer 24 procent van de wereldwijd verbruikte primaire energie – en dat is weliswaar minder dan minerale olie (33 procent) en kolen (30 procent), maar aanzienlijk meer dan kernenergie en duurzame energie, die samen slechts een kleine 13 procent bijdragen aan de energievoorziening. In de Nederlandse energiemix is aardgas nog belangrijker.
Rond 49,7% procent van de Nederlandse stroom werd in 2014 opgewekt in gascentrales. Daarvan profiteert ook het milieu: bij de verbranding van aardgas ontstaat dankzij het geringe koolstofgehalte van methaan aanzienlijk minder CO2 dan bij de verbranding van kolen.